Integer gedrag en integer handelen staan hoog op de agenda bij de overheid en bij maatschappelijke organisaties. Ik heb daarmee te maken gehad in mijn werk als hoofdpredikant bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, in de Dienst Geestelijke Verzorging. Bij Justitie heeft integer gedrag en integer handelen een grote prioriteit om meerdere redenen. Enerzijds gaat het om het aanzien van de overheid en anderzijds gaat het om de kwaliteit van het overheidsoptreden in de praktijk. Integer handelen bestaat niet alleen uit het incidenteel aanleren vaardigheden, maar integer gedrag heeft een diepere verankering nodig in de persoon zelf, in het geheel van zijn waarden- en normensysteem. Je zou kunnen zeggen dat het aanleren van integer gedrag al begint in de opvoeding.
Integriteit en waardeoriëntatie zijn dus het meest effectief is als ze verankerd zijn in een dieper waarden-en normenpatroon van mensen zelf. Die verankering is de inzet van het boek ‘Waardegedreven leiderschap; Dansen met licht en duisternis’ van Johan Bouwmeester en Marianne Luyer (uitgeverij Aspekt, 2017).
De auteurs zijn op zoek naar het moreel kompas voor waardegedreven leiderschap. Mooi is dat dat geen luchtfietserij is, maar dat het is voortgekomen uit ervaringen in hun adviespraktijk. Het boek laat zien dat waardegedreven leiderschap veel meer is dan het opstellen van protocollen. Nogal eens staan de waarden van de organisatie wel duidelijk op schrift, maar is de handelingspraktijk van de organisatie er niet mee in overeenstemming. ‘Mensgerichtheid staat bij ons hoog in het vaandel’, las ik bij een GGZ-instelling, die in de praktijk zakelijk, afstandelijk en weinig coöperatief naar de doelgroep was. Dan zijn waarden holle frasen.
Om meerdere redenen ben ik enthousiast over dit boek.
- Het geeft de basis voor een meer permanente en bestendige waardenoriëntatie. Vaak zijn waardenoriëntaties in organisaties incidenteel. Dan is er een moment van geconcentreerde aandacht, maar die aandacht vervliegt meestal weer snel. Er wordt geen vervolg aan gegeven.
- Verder wordt overtuigend aangetoond dat waardenoriëntatie verankerd moet worden in de medewerkers van de organisatie. Zij zijn de dragende grond van een permanent waardenbewustzijn. In dit verband wordt het begrip ‘innerlijke integriteit’ geïntroduceerd. Waardengericht handelen moet uit de protocollen naar de handelingsvaardigheid van de medewerkers worden vertaald. Dat betekent dat zij er vanaf het begin actief in betrokken moeten worden. Cruciaal is dat leidinggevenden het voorbeeld geven.
- Vervolgens gaat het over het concrete proces van de handelingsgerichte ontwikkeling. Dat proces begint bij het beschrijven van de biografische identiteit van de organisatie. Dat is een gezamenlijke inspanning om in kaart te brengen wat intern bestaat en hoe van buiten tegen de organisatie wordt aangekeken. En ook wordt in dit proces duidelijk waar ontwikkelmogelijkheden liggen. Het gaat om ‘een hoog ontwikkeld waardenbewustzijn in alle lagen van de organisatie en een goed ontwikkeld moreel besef over deugdelijk handelen.’ (p.215) Hier is dus de hele cultuur van de organisatie in betrokken. Interessant in het boek is de inbreng van het deugdenconcept. Deugden zijn aan te leren eigenschappen om de actieve inbreng van de medewerkers bij de waardenpraktijk vast te houden.
Al met een gedegen inhoudelijke en praktische benadering, die ik veel organisaties zou toewensen. Onderdelen van de aanpak lijken mij ook goed bruikbaar in groepswerk, gericht op waardenbewustzijn, zoals in kerken en bijvoorbeeld bij herstelprogramma’s voor gedetineerden en ex-gedetineerden.
drs. Jan Eerbeek
emeritus hoofdpredikant bij het ministerie van Veiligheid en Justitie
oprichter van Exodus Nederland, een landelijk nazorgprogramma voor gedetineerden en ex-gedetineerden